We weten vaak niet wat het dier heeft meegemaakt tijdens de vermissing. Soms is het slechts enkele uren weg geweest, soms dagen of weken, of zelfs maanden. Het dier is door iemand opgevangen en verzorgd. Hij is met de dierenambulance naar het asiel gebracht of heeft een (noodzakelijke) behandeling bij de dierenarts gehad.
Een dier zomaar weer terugzetten bij soortgenoten gaat niet altijd zonder slag of stoot. Met name katten en konijnen kunnen daar problemen mee hebben. We hebben enkele handige tips voor de herintroductie van je huisdier.
Geur
Ieder dier draagt zijn eigen lichaamsgeur bij zich. Daar kunnen soortgenoten elkaar aan herkennen. Deze geur kan veranderen, bijvoorbeeld door een bezoek aan de dierenarts, andere voeding, een wasbeurt of een buurvrouw die gek is op parfum. Als een dier als gevolg van zijn vermissing een andere lichaamsgeur heeft gekregen, kan het zijn dat de huisgenoot hem niet meer herkend. Hij kan hem dan zien als een indringer wat agressie tot gevolg kan hebben.
Deze agressie kan zodanig traumatisch zijn, dat de relatie onherstelbaar beschadigd. Het hoeft niet uit te maken of de dieren voor de vermissing beste vrienden waren, of dat het vermiste dier lang of kort weg is geweest.
Geef rust
Als het dier na de vermissing weer thuis komt, laat hem dan eerst rustig bijkomen in een aparte ruimte of verblijf. Zo kan hij bijkomen van het avontuur, in alle rust eten en zichzelf wassen. Het dier kan een nare ervaring (met mensen, soortgenoten of andere dieren) hebben gehad en wat angstig of terughoudend zijn. Geef hem dan rust en ruimte en laat hem op zijn eigen tempo weer contact zoeken. Ga bijvoorbeeld in de buurt een boek lezen. Negeer het dier, of praat zachtjes tegen hem, zonder hem aan te kijken.
Na de eerste stap
Als het dier zich weer prettig voelt in de aparte ruimte, en hij u weer opzoekt voor gezelschap kan de ruimte vergroot worden. Houd huisgenoten nog even uit de buurt. De kat of het konijn kan rustig de 'nieuwe' ruimte gaan herontdekken en komt zo in contact met de geuren van zijn huisgenoot. Als hij zich hier weer veilig voelt kan je hem terugleiden naar het eerste verblijf, en kan je de thuisgebleven huisgenoot in de 'nieuwe' ruimte laten, om de geuren van de eerste weer op te pikken.
Samen eten
Door beide dieren lekkers te geven aan beide zijden van een (hor)deur raken ze weer gewend aan elkaars aanwezigheid, geur en zicht. Als ook dit goed gaat kan de deur voorzichtig open en kunnen ze elkaar verder herontdekken.
Liever langzaam dan één stap te snel
Twijfelt u of uw dieren samen kunnen? Neem dan het zekere voor het onzekere en houd ze apart. U twijfelt niet voor niets. U kunt beter de dieren langer apart houden, dan dat u ze iets te vroeg weer bij elkaar zet en de dieren ruzie krijgen.
Laat ze nooit vechten!
'Laat ze het maar uitvechten', wordt er weleens gezegd. Dit is achterhaald en mag absoluut niet gebeuren. Dit kan zorgen voor onherstelbare fysieke en emotionele schade.
Meer informatie?
Wilt u meer informatie over het koppelen van katten en/of konijnen? Vraag hulp aan een (SPPD geaccrediteerde) dierengedragstherapeut of kijk op de website van het LICG.
Foto kat: pexels-5lfilm-20323258
Foto konijn: pexels-maria-verkhoturtseva-21177529