Een vermissing, een gevonden kitten èn een onverwachte hereniging.
In de achtertuin sluipt een onbekend langharig katje. ’s Nachts zie ik het dier tussen egels wachten tot ze klaar zijn met eten om vervolgens de restjes naar binnen te schrokken. Een extra voerbak is gauw gevuld. Het dier blijft op meters afstand, maar valt aan op het eten zodra ik buiten beeld ben. Een speurtocht naar een mogelijke eigenaar levert niets op.
In de weken die voorbij gaan, staat er altijd eten klaar voor het zwervende kitten. Mijn eigen kat Foppe wordt al snel maatjes met de uk die ik nog geen enkele keer goed heb kunnen zien. Op een nacht lukt het via de voorzijde om een onbekende langharige kat binnen te lokken. Ik ga ervan uit dat het gaat om de kat die ik enkel in een flits zie, al is het dier veel groter dan ik had verwacht. Het blijkt te gaan om een look-a-like die al twee maanden vermist wordt en 25 kilometer verderop woont. Wat een toevalstreffer!
De eigenaars van deze Maine Coon hadden de hoop al lang opgegeven en zijn dolgelukkig. Drie dagen later geen spoor van de kleine, wel van een egel die half uit het egelhuis hangt. Ik zet een reisboks klaar en handschoenen, in de veronderstelling dat de egel ziek is en naar een wildopvang gebracht moet worden.
Dan blijkt dat het kitten zich per ongeluk heeft opgesloten in het egelhuis. De egel kan er niet in, de kat er niet uit. Dat is de kans om het furieuze dier in zijn nekvel te grijpen. Op datzelfde moment maakt een cirkelzaag bij buren een snerpend geluid waar Foppe enorm van schrikt en in blinde paniek wegrent. Ik verwacht dat Foppe terugkomt zodra het weer rustig is en laat ondertussen het verwilderde kitten checken bij een dierenarts. Geen chip. Op het oog gezond, wel met veel extra bewoners.
Ik zorg voor kittenvoer en medicatie tegen alle parasieten en installeer het ukkie in een apart kamertje. Laat die eerst maar even bijkomen, terwijl ik al mijn aandacht richt op het terugvinden van Foppe. Ik zoek op alle plekken waar hij zich doorgaans verschanst. Nergens een glimp van mijn vriend; niet in de berging, niet onder het dekbed, ook niet in het konijnenhok, onder de struiken of in een kast. Hij is echt weg. Nu slaat ook bij mij de paniek toe. Want Foppe laat zich niet zien aan andere mensen.
Bij Amivedi doe ik op hetzelfde moment een vermelding van een gevonden kitten èn de vermissing van mijn eigen kater. Mijn hart breekt. Het zal toch niet zo zijn dat ik de ene weet te redden en mijn eigen dier kwijtraak? Later die dag bel ik bij alle buren aan met het verzoek om die avond hun schuurdeur op een kiertje te zetten. Mogelijk zit hij ergens binnen. De reacties zijn wisselend. Ze willen wel kijken, maar zijn bang voor diefstal als de deur open moet blijven. Ik leg uit dat Foppe zich niet zal laten zien, omdat hij een zwarte vacht heeft en doodsbang is van mensen. Tegen achten zijn alle kluswerkzaamheden bij de buren gestopt. Een halfuur later merk ik beweging op in de donkere achtertuin. Het is Foppe, die zich panisch een weg zoekt naar binnen. Het zal nog een dag duren voor hij werkelijk gekalmeerd is. Het belangrijkste is dat hij thuis is.
En het kitten? Dat heeft via een adoptieprocedure bij het asiel zijn thuis gevonden. Bij ons. Welkom, Japie.